Minimaliseer Maand dag 22

Afgelopen dagen zijn we aan de slag geweest met allerlei ‘kleine projecten’. Vandaag kijken we naar het speelgoed in je huis. Vaak ook iets waar we graag wat in willen minderen 🙂

Uit een recent Brits onderzoek blijkt dat een kind van tien jaar gemiddeld 238 stukken speelgoed heeft. Dan gaat het dus niet om losse blokken, maar echt om auto’s, puzzels etc. Da’s veel, want met slechts twaalf van die stukken wordt ook daadwerkelijk gespeeld, blijkt uit diezelfde studie.

Zo ging dat indertijd ook bij ons. We hadden een kast vol spullen, maar er werd nauwelijks naar omgekeken. Veel liever gebruikten onze kinderen de voorwerpen uit de kamer. Denk aan een stoel, tafellaken, pollepel en een vergiet. Net als in de verhalen van Jip & Janneke. Het mooiste speelgoed is geen speelgoed.

Dus waar doe je goed aan als je vindt dat er té veel speelgoed is? De oplossing is niet om naar het Zweedse warenhuis te rijden om een extra opbergsysteem te kopen. Zo ging dat bij ons indertijd wel en feitelijk verplaats je het probleem: je houdt te veel speelgoed, je maakt geen echte keuzes. Ik heb inmiddels gemerkt wat wél werkt. Want minder speelgoed zorgt voor meer speelplezier. Dus ik raad je aan om samen met je kind aan de slag te gaan. Ik heb daarvoor tien stappen opgeschreven:

1. Vraag je kind uit zijn speelgoed tien dingen te kiezen waar het graag mee speelt.
2. Herhaal deze stap zo nodig een paar keer.
3. Als je merkt dat je kind echt moet nadenken over spullen, dan weet je dat je kunt stoppen. Dan is het belangrijkste speelgoed inmiddels uitgekozen.
4. Vervolgens vraag je aan je kind: ‘Is er ook speelgoed dat we aan andere kinderen kunnen geven? Kinderen die niet zoveel geld hebben voor mooi speelgoed?’ Mijn ervaring is dat kinderen erg gul zijn. Selecteer spullen die ze graag weg willen geven en schenk die dan ook, aan de voedselbank of kringloopwinkel.
5. Als ze twijfelen over speelgoed, dan kan dat bij wijze van experiment ook tijdelijk in een opbergbox. Spreek met je kind af: ‘De inhoud hiervan gaat voorlopig niet weg. Als je iets mist, dan pakken we het er weer uit.’ In de praktijk blijkt dat kinderen helemaal niets meer met die spullen hebben. Wat na enige tijd nog in de doos ligt, kan weg.
6. Leg aan je kind uit dat het niet de bedoeling is om zo min mogelijk speelgoed over te houden. Maar dat je juist probeert om alleen die spullen te selecteren die echt waardevol zijn voor je zoon of dochter. Het gaat dus niet om dat wat weg kan maar dat wat je wilt houden. En hoe fijn is het om alleen speelgoed te hebben waar het echt mee speelt?
7. Ga niet als een olifant door de porseleinkast. Accepteer dat het voor kinderen ook een proces is. Al het speelgoed is er niet in een dag in gekomen en gaat er dus ook niet binnen een dag weer uit. Forceer niets, maar begeleid, coach, stuur; leg steeds uit waarom jullie hiermee bezig zijn.
8. Spreek met je kind af hoeveel kleine speelgoedjes er over mogen blijven. Kies daar bijvoorbeeld een specifiek mandje voor. Komt er iets nieuws bij en het mandje is vol, dan kan er iets anders weg.
9. Kinderen willen altijd meer speelgoed. Lang leve de reclame! Tip: werk met een wenslijst. Komt er een leuk idee voor een cadeautje voorbij, schrijf het op. Neem de lijst zo nu en dan door en schrap speelgoed dat opeens niet meer zo interessant is. Laat je zoon of dochter er bij een verjaardag een paar uitkiezen.
10.Stop met het te pas en te onpas geven van cadeautjes. Weiger ook speeltjes en gratis reclamedingetjes bij de kassa. (ai, ook tegen de zeediertjes van de Lidl…) Leg aan mensen in je omgeving uit dat je niet meer zit te wachten op al die – goedbedoelde – presentjes. Beperk het krijgen van speelgoed tot bijzondere momenten.

En misschien denk je: ‘Is dat niet zielig voor mijn kind? Dat kan ik toch niet maken, het is toch hun speelgoed?’ Het lijkt tegenstrijdig, maar uiteindelijk gaat je kind met minder speelgoed juist veel meer speelplezier beleven. En dat voorkomt uiteindelijk ook verveling. 

Winkelwagen