Van oma gekregen

Word je er ook gek van om steeds maar weer het speelgoed van je kinderen te moeten opruimen? En denk je misschien ook dat de oplossing zit in een extra vakkenkast van het Zweedse warenhuis? Tja, ik zou zeggen: trap niet in die valkuil. Want de lol zit ‘m niet in de hoeveelheid spullen. Dat heb ik inmiddels wel ontdekt. Sterker nog: kinderen komen met minder speelgoed vaak veel beter tot hun spel. Bovendien: het mooiste speelgoed is geen speelgoed. Ze spelen net zo graag met gebruiksvoorwerpen. Van een tafellaken en wasknijpers bouwen ze in een handomdraai een tent, om maar eens wat te noemen.

De meeste kinderen moeten in een berg speelgoed op zoek naar die paar favoriete stukken waar ze graag mee spelen. Dat is helemaal niet handig. Het is de kunst om alleen die fijne spullen over te houden. Dat bereik je door het speelgoed, met hulp van je kinderen, te minimaliseren.

Pak dat als volgt aan:

  • Voer een gesprek met je kind (dat kan al vanaf de kleuterleeftijd) over de hoeveelheid speelgoed in huis. Vertel dat je kind meer dan genoeg heeft. Leg uit dat het leuk is om speelgoed weg te geven aan kinderen die dat niet hebben, omdat er nauwelijks geld voor is.
  • Vaak zijn kinderen in geven veel guller dan wij van te voren denken.
  • Geef je kind de opdracht om tien mooie dingen uit te kiezen waar het heel graag mee speelt. Afhankelijk van de hoeveelheid speelgoed in huis kan je dit een aantal keren herhalen. Er komt vanzelf een ‘genoegpunt’. Je merkt dan dat je kind echt moeite moet doen om nog tien van die spullen te selecteren.
  • Je spreekt af: alleen die leuke spullen gaan terug in de kast.
  • Het is dus niet ‘zielig’ voor je kinderen maar heerlijk, want ze hebben alleen nog maar hun favoriete speelgoed over!
  • Vraag aan je kind om speelgoed te sorteren dat het graag weg wil geven. Vul een paar dozen en doneer die aan een kringloopwinkel of goed doel.


Vaak hechten kinderen heel anders aan spullen dan wij. Wat wij een ‘prulletje’ vinden kan voor hen juist van grote waarde zijn. Maar de babypop die je dochter van oma kreeg, wordt met het grootste gemak weggegeven. En dan hoor je jezelf zeggen: ‘Nee, die pop hoeft niet weg, die heb je van oma.’
Als ouders kijken we immers met een andere blik naar het speelgoed. Wij leven minder in het nu. We denken bijvoorbeeld ook aan het kleine zusje dat er over een paar jaar nog mee wil spelen. Dus daarom moet die pop nog even bewaard blijven. Bij twijfel kan het helpen om speelgoed enige tijd op te bergen. Als er vervolgens niet naar wordt gevraagd, wordt het blijkbaar ook niet gemist. Dat kan een reden zijn om er alsnog afscheid van te nemen.

Het is goed de hoeveelheid speelgoed terug te brengen tot een basisuitzet. Zoals dat eigenlijk voor alle spullen geldt in een huishouden. Hoe die uitzet eruit ziet, verschilt per kind. Maar hoe dan ook, het is speelgoed waarmee écht en vaak wordt gespeeld. Dat moet de voorwaarde zijn.

Onze zoon van drie heeft bijvoorbeeld een gereedschapkoffer. Zeg je Rutger, dan zeg je gereedschap. Dus zoiets gaat voorlopig niet de deur uit. Maar een puzzel waar niet naar om wordt gekeken, kan naar de kringloop.

Let bij het minimaliseren ook op aantallen:

  • Hoeveel poppen heeft je dochter nodig?
  • Met hoeveel raceautootjes wordt gespeeld?
  • Hoeveel scharen, lijm en gummetjes moeten er in het knutselkrat?
  • Uit hoeveel prentenboekjes wordt daadwerkelijk gelezen?


En denk bij het selecteren steeds weer aan de gouden regel: minder speelgoed zorgt voor MEER speelplezier.

Winkelwagen