Minimaliseren sámen met je gezin

Als moeder merkte ik in de afgelopen jaren dat ik bij ‘t minimaliseren vaak te maken had met twee uitersten. Neem bijvoorbeeld speelgoed. Het ene uiterste is dat je kinderen alles willen bewaren, dat ze nergens afstand van doen, met als gevolg dat er veel te veel spullen komen. Het maakt je kinderen passief. Door de grote hoeveelheid komen ze moeilijk tot spel. Verveling ligt op de loer.

Het andere uiterste is dat kinderen merken:  je kan alles zo maar weg doen. Neem kindertekeningen. Je wilt niet alles bewaren. Je wilt ook niet dat kinderen denken: ‘Het maakt niet uit hoeveel papieren ik gebruik. Als ik het zat ben, of ik heb even snel wat getekend op wit papier, dan kan het zo – hup – de papierbak in. Lang leve het recyclen.’
Daarom probeer ik met de kinderen elke keer het gesprek aan te gaan. Soms bewegen ze met mij mee en ervaren ze dat je inderdaad niet alles kan bewaren. Soms beweeg ik met hen mee door tóch dingen te bewaren waarvan ik eigenlijk vind dat ze het beter aan een ander kunnen geven. Bijvoorbeeld omdat er amper mee wordt gespeeld.

Voor ons is ‘t bovenal belangrijk dat we niet rigide te werk willen gaan. Als ouders streven we een minimalistische levensstijl na. Zeker de oudste kinderen hebben de voordelen daarvan al zeer uitgebreid ervaren. Toch blijft het vooral ónze manier.  Te veel regeltjes opleggen werkt hier – net zoals bij andere opvoedkundige zaken – juist averechts. Kinderen voorleven en met hen in gesprek gaan, werkt naar ons idee het beste. Inspireren in plaats van irriteren 🙂
Winkelwagen