Uit een Brits onderzoek blijkt dat een kind van tien jaar gemiddeld 238 stukken speelgoed heeft. Dan gaat het dus niet om losse blokken, maar echt om auto’s, puzzels etc. Da’s veel, want met slechts twaalf van die stukken wordt ook daadwerkelijk gespeeld, blijkt uit diezelfde studie.
Zo ging dat indertijd ook bij ons. We hadden een kast vol spullen, maar er werd nauwelijks naar omgekeken. Veel liever gebruikten onze kinderen de voorwerpen uit de kamer. Denk aan een stoel, tafellaken, pollepel en een vergiet. Net als in de verhalen van Jip & Janneke. Ik heb het al vaker geschreven: het mooiste speelgoed is geen speelgoed.
Ik merk dat veel ouders tegen de hoeveelheid speelgoed aanlopen. Waar doe je goed aan? De oplossing is niet om naar het Zweedse warenhuis te rijden om een extra opbergsysteem te kopen. Zo ging dat bij ons indertijd wel en feitelijk verplaats je het probleem: je houdt te veel speelgoed, je maakt geen echte keuzes. Ik heb inmiddels gemerkt wat wél werkt. Want minder speelgoed zorgt voor meer speelplezier. Dus ik raad je aan om samen met je kind aan de slag te gaan. Ik heb daarvoor tien stappen opgeschreven. Aankomende dagen elke dag een stapje om te zetten in het minimaliseren van de hoeveelheid speelgoed. Vandaag de eerste stap:
1. Vraag je kind uit zijn speelgoed tien dingen te kiezen waar het graag mee speelt. Lievelingsspeelgoed dus. Draai de vraag om. Vraag dus niet: wat kan er weg. Zo leer je kinderen al heel jong te kijken naar wat voor hen van waarde is. Het zal je verbazen wat je kind kiest!