Minimaliseer Maand dag 27

Welk opruimtype ben jij?

Als je huishouden een beetje rommelig is, kan het idee van minimaliseren je erg aanspreken. Overzicht. Orde. Netheid. Dat wil jij ook. Toch? Je voelt je eigenlijk falen. Je doet wel een poging, maar het verzandt keer op keer. En er is nog zoveel dat je eerst goed moet uitzoeken. Zucht. Hoe doen al die andere mensen dat?

Als je terugkijkt, dan weet je niet beter. Dat rommelige hoort bij je. Nooit echt overzicht hebben. Vaak achter de feiten aanlopen. Dankzij Marie Kondo en alle andere opruimmethodes die voorbij komen lijkt het je zalig om ook zo’n stap te zetten. Zodat alles weer lekker duidelijk is. Het moet je dit keer lukken. Toch?

Bekend verhaal hoor. Ik hoor het vaker. Maar het succes valt en staat bij de verandering die je doormaakt. Dat je gaat beseffen: spullen die je niet hebt, hoef je ook niet op te bergen. En dat je ook heel goed weet wat je wél in huis wilt houden. Want half werk gaat je alleen maar frustratie opleveren. Dan beklijft het niet. Dan houd je het huishouden zeker niet zo opgeruimd. Vooral niet in een gezin, waar iedereen wat meebrengt en zo zijn eigen wensen heeft…

Dus ja, leuk al die eerdere pogingen, maar uhh… waarschijnlijk ruim je op via het verkeerde systeem. Marie Kondo werkt gewoon niet voor iedereen. Opruimen en een andere levensstijl aannemen, hangt sterk samen met wie je bent als mens. Zoek iets dat bij je past. Een methode die jou aanspreekt. Zoals je ook bij het minimaliseren kijkt naar dat wat je wél wilt houden. Ga niet krampachtig iets doen waar je niet achter kunt staan. Ik noem maar iets: het kan best zijn dat je probeert op een Pinterest-achtige manier op te ruimen. Je hele huisraad uitmesten en dat wat je overhoudt open en bloot uitstallen. Op dikke planken, in roestvrijstalen rekken. Op trendy tafeltjes. Keurig opgevouwen. Strik erom. Leuk voor het plaatje. Maar ja, wat nou als dit niet helemaal jouw manier is?

Dus, vraag jezelf eerst af: welk opruimtype ben ik?

1. Je houdt ervan om alles netjes te ordenen. Neem zoiets als gereedschap. Tot in de detail gesorteerd. Zichtbaar, anders weet je niet meer wat je hebt.
2. Eigenlijk hetzelfde als bij type één alleen dan niet zichtbaar. Je houdt van labels. Gedetailleerd opgeruimd, maar dan wel in lades of achter deurtjes. Lang leve de labelwriter of de insteekhoesjes ?
3. Je gaat voor gemak. Je ordent per categorie. Alle kopjes bij elkaar, alle bestek in één pot. Je houdt van planken waarop je manden neerzet. Lekker voor het grijpen. Je wilt je spullen wel graag kunnen zien.
4. Deze lijkt weer op type drie, maar dan zo dat je de spullen niet ziet. Lekker makkelijk! Alle ondergoed in een mand. Dat hoeft zeker niet zoals Marie Kondo dat doet. Maar dan wel zo dat je het juist niet ziet. Hup in de mand, deurtje dicht. Heerlijk, dat geeft je rust.

Stel, je weet dat je van het gemak bent. Je houdt ervan dat je niet steeds alles ziet. Spullen zet je liever weg achter deurtjes. Dan zal dat Pinterest-systeem voor jou niet werken. Ik bedoel: al die spullen neerzetten op mooi uitgestelde planken. Dan word je lichtelijk gek, toch?

Of neem serviesgoed. Jij zet graag het glaswerk op één plank in je keukenkast. Mooi bij elkaar. Deurtje ervoor. Prima. Maar dan ga je niet gelukkig worden van een open plank in de keuken waar je serviesgoed op uitstalt. Je ziet die keukens regelmatig terug op foto’s, als het over minimalisme gaat. Alsof zo’n systeem een voorwaarde is bij het minimaliseren. Maar niet dus. Niet als jij blijft ‘hangen’ aan zo’n plank. Dan gaat het je nooit helpen bij het beter organiseren.

Het kan ook zijn dat je al jaren dezelfde manier van inrichten en opruimen hebt, maar dat je erachter komt dat die stijl helemaal niet bij je past. Of bij jouw gezinsleden. Ik noem nog maar even die open kast waar je alles in ziet staan. Allemaal prikkels. Terwijl je man het misschien wel geweldig vindt. De spullen liggen zo voor het grijpen. Tja. Systemen moeten bij je passen. Je man wil bijvoorbeeld al het gereedschap aan een haakje in de garage. Jij zou liever zien dat alles in een grote bak ligt. Mooi bij elkaar. Tja. Wat werkt voor wie? Best goed om dat eerst eens met elkaar te bespreken.

Ik denk ook even aan de kinderen. Je kan als moeder van die opruimstapelbakjes kopen, voor op het bureau van je dochter. Maar wat nou als zij liever alles in een lade heeft liggen? Lekker opgeborgen, zonder dat ze er steeds naar hoeft te kijken? Er is geen goed of fout. Het gaat erom: wat werkt voor jou? Of voor de ander?

Zoek eerst uit welk opruimtype je bent. Ga pas daarna je huis opnieuw organiseren. Alleen dan maak je het tot iets blijvends. Iets dat bij je past.

Ik merk ook dat huishoudens vaak uit hun voegen groeien. Zonder kinderen had je alles onder controle. Tot op het kleinste dingetje kon je alles terugvinden. Er zat systeem in. Maar ja, toen kwamen de kinderen. En hun kleding. En hun speelgoed. En hun manier van spelen… Opeens werkte dat oude systeem niet meer. Dat opruimen tot op ‘t detail. Je gezinssituatie vraagt om een nieuwe manier. Maar welke? En kan je man daar ook mee leven? Nou ja, je begrijpt, het vraagt om overleg en eerlijk kijken naar jezelf. Doe je dat niet, dan is het gedoemd te mislukken. Dan blijft het bij een aardige poging. Maar dat wilde je niet, toch?

Winkelwagen