Misschien herken je ’t wel. Je hebt een plakbandje nodig en zoekt het apparaat. Maar het rolletje blijkt leeg. Dus je moet op zoek naar een nieuwe rol. Maar ja, waar had je die nou neergelegd? Ze moeten ergens in de kast liggen…
Plakband, punaises, paperclips, nietjes; het zijn spulletjes die mensen vaak verstoppen in de lades en opbergmandjes van hun kast. Hoeveel je op voorraad hebt, is dan niet duidelijk. Je kan veel te veel hebben. Of juist te weinig. Voordat je het weet, grijp je mis.
Leg daarom vandaag al dit soort kantoorartikelen eens bij elkaar. Hoeveel plakbandapparaten heb je eigenlijk in huis? En hoeveel pakjes memoblaadjes, pennen en kladblokken heb je op voorraad? Verzamel alle spullen op tafel. Stal ze eens uit. Welke gebruik je echt? Welke liggen er maanden, soms jaren onaangeroerd? Het is eenvoudig: houd alleen wat je echt gebruikt.
Door de spullen uit te zoeken krijg je overzicht. Je weet wat je hebt. Heb je vijf kladblokken op de plank liggen? Dan hoef je het kladblokje dat gratis wordt aangeboden niet mee te nemen. En weet je dat je nog fineliners in je pennenpotje hebt liggen? Dan kan je die aanbieding in het warenhuis gewoon negeren. Het geldt voor alles in huis: als je weet wat je hebt en waar het ligt, koop je minder.
Alles uitgezocht? Leg de kantoorspulletjes dan op een makkelijk te bereiken plek in de kast. Bedenk een vaste stek voor alles. Spreek met de overige gezinsleden af dat ze spullen ook weer terugleggen. Dat vraagt om een beetje oefening en controle. Maar als iedereen meedoet, houd je het op orde.