
Kinderen en veel spullen: het lijkt een onlosmakelijke combinatie. En natuurlijk, als je kinderen krijgt, dan komt er automatisch van alles en nog wat je huis binnen. Maar er zijn wel grenzen hè. En jij bent degene die bepaalt 😉
Veel ouders genieten ervan hun kinderen iets te geven, maar het is ook een valkuil. Om je een beetje bewust te maken som ik op hoe vaak kinderen iets krijgen. En dan hebben we het nog niet eens over verjaardagscadeaus.
-
Je bent als moeder een dagje weg en neemt een kleinigheidje mee.
-
Oma en opa zijn op vakantie geweest en hebben een leuk souvenir mee genomen.
-
Je kind heeft zijn arm gebroken: het mag een cadeautje uitkiezen.
-
Je kind heeft een zwemdiploma gehaald en ja – daar hoort een cadeautje bij.
-
Je zoon of dochter is naar een verjaardagspartijtje geweest en krijgt een klein speeltje als aandenken.
-
Sint is in het land, dus de schoen mag worden gezet.
-
Je bent gezellig op vakantie en er mag een cadeautje worden uitgekozen.
-
Je kind is op schoolreisje en mag een klein cadeautje uitkiezen.
-
Je bent met zijn allen in het bekende Zweedse warenhuis (waar bakken vol goedkope knuffels staan). Dus je kind mag voor de gezelligheid een cadeautje uitkiezen.
-
Het is Kinderboekenweek, dus je kind mag een boek uitkiezen.
-
De tandarts heeft een gaatje gevuld en moest daarvoor eerst boren: ook dat levert vaak cadeautjes op.
-
Je kind is op Koningsdag op de vrijmarkt en mag een kleinigheidje uitkiezen. Dat kost daar immers bijna niks.
-
Je bent met het gezin uit eten in een pannenkoekenhuis. En ja, bij zo’n kindermenu hoort natuurlijk een… cadeautje.
-
Je kind loopt de avondvierdaagse of gaat begin november tijdens Sint Maarten langs de deuren. Het krijgt niet alleen zakken vol snoep, maar ook hier weer: cadeautjes.
Geef een reactie