Tip 182: Troepjes

Soms heb je van die kleine rommeldingen die je even kwijt wilt. Een nagelschaartje, het bosje autosleutels of de oplader voor de telefoon. Voor je het weet heb je overal in huis tijdelijke opbergplekjes gecreëerd. Het lijkt gemakkelijk om het even weg te leggen in die fruitschaal. Maar uiteindelijk trekt rommel nieuwe rommel aan. Het zijn magneetplekken. Voordat je het weet ben je iets kwijt.

Alles op een vaste plek
Als je minimaliseert, dan bedenk je voor alle spullen die je wilt houden een vaste plek in huis. Daarna train je jezelf – en de andere gezinsleden – in het steeds weer terug leggen van spullen. Dat geldt ook voor die kleine spulletjes als een nagelschaartje. Als je weet wat je hebt en waar het ligt, dan kom je ook niet in de verleiding om het maar weer nieuw aan te schaffen. De fruitschaal is bedoeld voor fruit. Het is geen goede plek voor prulletjes. Een vaste plek voor al je spullen werkt heel prettig.

Slechts uit het zicht
Nou is zo’n fruitschaal slechts een voorbeeld. Er zijn veel meer plekken in huis waar spullen zich spontaan verzamelen. Probeer die plekken te voorkomen. Dat geldt ook voor mandjes, kleine opbergdozen en voorraadblikken. Als het er eenmaal in zit, heb je er geen zicht meer op. Je hebt het, maar je bent het waarschijnlijk na een tijdje alweer vergeten. Het is ook niet echt weg. Op die manier raakt je huis vol met spullen die om de zoveel tijd weer een keer voor de dag komen, maar waar je eigenlijk niets mee hebt. Wees dus kritisch en selectief.

Reken af met rommelplekken. Dat kan heel eenvoudig door de aankomende week elke dag zo’n mandje of bakje aan te pakken.

Winkelwagen