Tip 202: Minimalistisch winkelen

Kan je minimalistisch winkelen? Het klinkt tegenstrijdig. Mensen zeggen dat ook weleens tegen mij: ‘Maar jij bent toch tégen winkelen?’ Inwendig moet ik dan gniffelen. Want natuurlijk ben ik niet tegen winkelen. Fijne spullen kopen is heel prettig. Maar de manier waarop is wel helemaal veranderd sinds wij minimaliseren. Ik licht dat straks nog even toe. Als je op een minimalistische manier gaat winkelen, dan bespaart dat veel geld. En die besparing is mooi meegenomen, maar niet de hoofdreden waarom wij veel minder aanschaffen. De belangrijkste reden is de overconsumptie. We putten de aarde uit. We produceren maar door alsof er er geen grondstoffenprobleem bestaat en veel van ons plastic belandt via omwegen in de oceanen. Dat mag inmiddels toch bekend zijn. Consuminderen is niet zoiets als een leuke hobby, maar wordt bittere noodzaak. Ik hoop dat veel meer mensen zich daar bewust van worden.

Ik winkel op de volgende manier:

  • Er gaat altijd een lijstje mee. Alleen dat wat we van te voren bedacht hebben, kopen we. Dat voorkomt veel impulsaankopen. Het klinkt simpel en dat is het ook. Gewoon gaan doen.
  • Dus wees principieel, kom niet in de verleiding om actieproducten mee te nemen die je eigenlijk niet nodig hebt. Houd het hoofd koel, blijf bij je lijstje.
  • Als je een opgeruimd huishouden hebt, dan weet je precies wat er in huis is. Dat overzicht is cruciaal bij het minimaliseren. Prent jezelf in: er is heel veel te koop dat ik helemaal niet nodig heb.
  • In ons gezin kiezen we voor eenvoud. En dat komt in alles terug. Ook in de aanschaf van schoonmaakmiddelen. Ik koop groene zeep, azijn en baking soda en een enkele keer toiletreiniger. Ik kan dus het schoonmaakschap in de winkel voorbij lopen. Want weet je hoe lang je doet met één potje groene zeep? Dat geldt dus ook voor veel andere producten in de supermarkt. Ik weet wat ik nodig heb, ik kan het bijna blindelings pakken. De rest laat ik liggen. Ook al is het in de aanbieding.
  • k koop veel basisproducten. Denk aan meel, rozijnen, boter, noten en eieren. Het liefst in grote verpakkingen. Ik maak heel veel dingen zelf. Dat spaart geld en verpakking uit; grootverpakkingen zijn goedkoper.
  • Ik let sowieso sterk op verpakkingsmateriaal. Als ik het kan vermijden, dan doe ik dat. Koeken die dubbel zijn verpakt, laat ik liggen. Soms wordt iets zowel in glas of in plastic aangeboden; dan kies ik voor glas. Zoals bij de keuze tussen een fles of een pot mayonaise. Verpakkingsmateriaal wordt doorberekend in de prijs. Door zelf te minderen, geef ik een signaal af.
  • Ik koop veel boodschappen in onze plaatselijke supermarkt. Het aanbod is kleiner, de prijs is hoger, maar ik wil het lokale steunen. Dat is veel duurzamer. Dat geldt ook voor andere winkels in het dorp. Omdat ik vaak met basisproducten werk, spaar ik ook geld uit. Dat compenseert de hogere uitgaven. Voor al het andere bezoek ik de markt en de ecologische winkel.
  • Ook mijn kinderen hebben (tweedehands) kleding nodig. En er moet weleens een cadeautje worden gekocht. Dan stappen we graag een winkel binnen. Maar altijd met een doel. Een middagje shoppen als tijdverdrijf doe ik niet meer. Dat bespaart niet alleen geld, maar ook zeeën van tijd.
  • Ik kies voor een minimale voorraad. Dat maakt het overzichtelijk en eenvoudig.

Ik hoor mensen wel eens verzuchten: ‘Pfff, ik móet nog boodschappen doen.’ Merkwaardig vind ik dat. Zullen we afspreken dat we daar niet over klagen? We zijn juist bevoorrecht! En als je het bewust en weloverwogen doet, dan hoeft boodschappen doen geen tijdrovende of vervelende klus te zijn.
Misschien denk je wel: ‘Ik ben straks veel duurder uit als ik geen aanbiedingen meer koop’. Ik daag je uit om het een paar maanden bij te houden. Vergelijk de bankafschriften een tijdje met die van vorig jaar. Het zal je verbazen!

Winkelwagen